Verlof en werk

Als je bevalt, heb je recht op moederschapsrust. De afspraken en regelingen hangen af van de werkgever of loonverstrekker. Als werkneemster heb je recht op 15 weken verlof in totaal. Bij een meerling zijn dit 19 weken.

• Hiervan kan je tot 6 weken zwangerschapsverlof (vóór de geboorte) opnemen, waarvan 1 week verplicht. Vanaf de 7de dag vóór de vermoedelijke bevallingsdatum mag je dus niet meer werken.
• Na de geboorte ben je verplicht 9 weken bevallingsverlof te nemen.
• De weken (maximum 5) die je voor de geboorte niet nam kan je opnemen aansluitend aan de 9 weken bevallingsverlof.
   

Ben je medisch verplicht van je arts om het werk vroegtijdig stop te zetten tijdens de zwangerschap, dan verlies je deze dagen niet na je bevalling.  Je behoudt hierdoor in totaal recht op 14 weken postnataal verlof.

 
Je bevalt vroeger of later dan voorzien?

• Als je werkt tijdens de verplichte 7 dagen prenataal verlof omdat je bevalt vóór de vermoedelijke datum, dan verlies je de verplichte week zwangerschapsrust.
• Als je bevalt na de vermoedelijke datum en je overschrijdt daardoor de 6 weken prenataal verlof, dan wordt de periode van het prenataal verlof verlengd tot aan de dag van de bevalling. Deze verlenging heeft geen invloed op de 9 verplichte weken verlof na je bevalling.
   

Moet je pasgeboren kind langer dan 7 dagen in het ziekenhuis blijven, dan kan je het postnataal verlof verlengen met de periode van hospitalisatie vanaf de 8ste dag, tot maximaal 24 weken. Je staaft dat met een attest van het ziekenhuis.

Vanaf 1 januari 2023 heb je als vader of partner van de moeder na de geboorte van het kind recht op 20 dagen geboorteverlof. Je mag de 20 dagen geboorteverlof opnemen binnen de 4 maanden na de bevalling. Je bent niet verplicht om 20 dagen op te nemen of aansluitend op te nemen. De eerste 3 dagen word je als loontrekkende betaald door je werkgever, nadien krijg je een uitkering van je ziekenfonds.

Als je borstvoeding geeft en tijdens het werk blootgesteld wordt aan stoffen of omstandigheden die risico’s inhouden voor de gezondheid van je baby of voor de borstvoeding, kan je aangepast werk aangeboden krijgen. Als dat niet mogelijk is, dan kan je tot maximaal 5 maanden na de bevalling op preventief borstvoedingsverlof gesteld worden. Als je geen beroepsrisico’s loopt, kan je nog steeds borstvoedingsverlof aanvragen op het werk. Dit is echter een gunst van de werkgever en is onbetaald. Neem je geen borstvoedingsverlof, maar geef je nog steeds borstvoeding, dan heb je als werkneemster recht om een pauze in te lassen zodat je je kind borstvoeding kan geven of om af te kolven.

Als je meer tijd wilt om bij je kind(eren) te zijn, kun je ook ouderschapsverlof nemen. Dit dient opgenomen te worden voor je kind de leeftijd van 12 jaar bereikt. Het ouderschapsverlof is per kind en per ouder. Je krijgt van de RVA een vervangingsinkomen.

Als werknemer of ambtenaar kun je je beroepsloopbaan gedurende een bepaalde periode volledig of gedeeltelijk onderbreken. Je maakt dan gebruik van tijdskrediet (als je in de privésector werkt) of Vlaams zorgkrediet (als je in de Vlaamse openbare sector werkt). Je krijgt van de RVA een vervangingsinkomen.